Nieuwe Litterarische fantasiën, כרך 1G.L. Funke, 1874 |
מהדורות אחרות - הצג הכל
מונחים וביטויים נפוצים
André's Bakhuizen Brink christelijke christendoms denkbeelden dichter dien dier Duitsche eener eenig eeuw eigen elkander Emile de Girardin Florence Frankrijk Fransche gedachte geest geheel gelijk geloof gemoed Génestet Gerolstein geschiedenis geschriften gevoel geweest Gilberte godsdienst goed Goethe groote hart hartstogt heer Groen heer Potgieter heid Heine Heine's Heinrich Heine Henri Murger hetgeen hetwelk hetzij hoofd hooger hunne hunner iets indien Jezus Jezus van Nazareth jonge kunst laat laatste Lamartine Lamartine's leven lezers liefde litteratuur magt maken Marçay mensch menschelijke Messias minder moeder moest mogt Napoleon III niemand niet-alleen nieuwe nogtans onze oogen oogenblik opzigt Paradol parlementaire persoon poëzie Prevost-Paradol Pruissen publiek regt rigting Roman du Capucin Sainte-Beuve Sartoris satire schijnt schoon schrijver slechts talent thans tusschen vader Valréas verzen volk Voltaire vorm vrienden vrouw waardig waarheid waarin want weinig wereld werkelijk wiens wier wijsgeer wijze woord zelfs zelven zichzelven zijner zouden zulk
קטעים בולטים
עמוד 1 - L'horreur passait comme la nuit! Tel qu'un pasteur debout sur la rive profonde Voit son ombre de loin se prolonger sur l'onde, Et du fleuve orageux suivre en flottant le cours ; Tel du sommet désert de ta grandeur suprême, Dans l'ombre du passé te recherchant toi-même.
עמוד 21 - Là, je m'enivrerais à la source où j'aspire; Là, je retrouverais et l'espoir et l'amour, Et ce bien idéal que toute âme désire, Et qui n'a pas de nom au terrestre séjour!
עמוד 16 - L'héritage sacré ! Soutiens ses derniers pas, charme sa dernière heure; Et, gage consacré d'espérance et d'amour, De celui qui s'éloigne à celui qui demeure Passe ainsi tour à tour, Jusqu'au jour où, des morts perçant la voûte sombre, Une voix dans le ciel, les appelant sept fois, Ensemble éveillera ceux qui dorment à l'ombre De l'éternelle croix...
עמוד 15 - Que me font ces vallons, ces palais, ces chaumières, Vains objets dont pour moi le charme est envolé? Fleuves, rochers, forêts, solitudes si chères, Un seul être vous manque, et tout est dépeuplé...
עמוד 34 - t vroeg verlies van vrienden en van magen, In 't bang gemis van wat hij zoetst genoot! Hij hoort er meer in haren koker klappen: Den zouten smaak verknocht aan andrer brood, Het steenend op- en afgaan van hun trappen! Maar noch 't verzuim, waar eens hij hulde ontving, Noch, zwaarst van al! der schaar meelijdend snappen Vervoert hem meer tot verontwaardiging! Kruip...
עמוד 27 - Te land en te water verrijst weêr de leeuw l //Het Lied van 't Jaar Veertig ! — mogt over 't gebeente Een adem de dooden bezielende ooit gaan, Dan luistert die goede, die groote gemeente, Dan hoort hem de Vader des Vaderlands aan! Of dunkt het u droom dat die toonen hen treffen? Dat schimmen den lofzang waarderen der lier, En Willem de handen ten zegen zou heffen Nn 't lauwerloof ruischt om zijns naneefs banier? Verklaar bij deez...
עמוד 68 - t lieve maantje staren Met stille mijmerij? Wel, hebt gij nooit vernomen Van 't mannetje in de Maan? Zij zien het in heur droomen, Zij lokken 't met een traan. Schijnt later — als de morgen Haar naast een wiegje wekt, En de avond uit de zorgen Haar in de veeren trekt — Schijnt later van den hoogen Het maantjen op de ruit — Men kijkt met andere oogen: Het mannetje is er uit!
עמוד 27 - t verbazender wonder, Hoe schoonheid het stugste gemoed overheert; Haar schepping, die 't ongeloof dreigt als de donder, Dat ongeloof echter tot eerbied bekeert; Zij 't hart van den bittersten vijand verovert, 't Verrukkend beschaamt, 't overtreffend verzoent, En 't westlijk Europe zou hebben betooverd, Had slechts buiten Holland zijn taaltak gegroend.
עמוד 200 - Wil dat zeggen, dat de menschheid geene toekomst meer heeft? Ongetwijfeld, zoo men aanneemt, dat zij zonder ons of ons gelijken er niet komen kan; maar niet voor wie zich herinnert, dat uit elke ineengezonken maatschappij der oudheid eene nieuwe en betere te voorschijn gekomen is. Geene andere gedachte geeft zooveel rust als die.
עמוד 123 - ... //maak eens, zoo ge kunt, aan een zoo ontmoedigenden toestand een einde, enkel met geld ! Het grootste bezwaar ken ik bij ervaring. De uitgaaf van de Nederlander (1850 — 1855) was geen speculatie. Ook is het staken niet een bezuinigingsmaatregel geweest. De reden lag niet in de onophoudelijke vinnigheid, waarmee, jaren lang, mijne raadgeving als weifelend, partijzuchtig, huichelachtig, machiavellistisch, verachtelijk, aan de ligtgeloovige courantenlezers ten toon gesteld werd.