תמונות בעמוד
PDF
ePub
[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]
[merged small][ocr errors]
[blocks in formation]

HEJEZUS CHRISTUS, den zoon

ET boek des geslachts van THE book of the generation of
T Jesus Christ, the son of David,

Davids, den zoon Abrahams.
2 Abraham gewon Isaäk, en
Isaak gewon Jakob, en Jakob ge-
won Juda, en zijne broeders;

3 En Juda gewon Phares en Zara
bij Thamar; en Phares gewon Es-
rom, en Esrom gewon Aram;

4 En Aram gewon Aminádab, en Aminádab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;

5 En Salmon gewon Boöz bij Rachab, en Boöz gewon Obed bij Ruth, en Obed gewon Jesse;

6 En Jesse gewon David, den koning; en David, de koning, gewon Salomo, bij degene die Uria's vrouw was geweest;

7 En Salomo gewon Roboam, en Roboam gewon Abia, en Abia gewon Asa;

8 En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;

9 En Ozias gewon Joatham, en Joatham gewon Achaz, en Achaz gewon Ezekias;

10 En Ezekias gewon Manasse, en Manasse gewon Amon, en Amon gewon Josias ;

11 En Josias gewon Jechonias en zijne broeders, omtrent de Babylonische overvoering.

the son of Abraham.

2 Abraham begat Isaac; and Isaac begat Jacob; and Jacob begat Judas and his brethren;

;

3 And Judas begat Phares and Zara of Thamar; and Phares begat Esrom; and Esrom begat Aram 4 And Aram begat Aminadab and Aminadab begat Naasson; and Naasson begat Salmon;

[ocr errors]

5 And Salmon begat Booz of Rachab; and Booz begat Obed of Ruth; and Obed begat Jesse;

6 And Jesse begat David the king; and David the king begat Solomon of her that had been the wife of Urias;

7 And Solomon begat Roboam; and Roboam begat Abia; and Abia begat Asa;

8 And Asa begat Josaphat; and Josaphat begat Joram; and Joram begat Ozias;

9 And Ozias begat Joatham; and Joatham begat Achaz; and Achaz begat Ezekias ;

10 And Ezekias begat Manasses; and Manasses begat Amon; and Amon begat Josias;

11 And Josias begat Jechonias and his brethren, about the time they were carried away to Babylon:

12 And after they were brought to Babylon, Jechonias begat Salathiel; and Salathiel begat Zoroba bel;

12 En na de Babylonische overvoering gewon Jechonias Salathiël, en Salathiel gewon Zorobabel; 13 En Zorobabel gewon Abiud, 13 And Zorobabel begat Abiud;

en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor;

14 En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud;

15 En Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob;

16 En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.

17 Alle de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.

18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want als Maria, zijne moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij te zamengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.

19 Jozef nu, haar man, alzoo hij regtvaardig was, en haar niet wilde openbaar te schande maken, was van wille, haar heimelijk te verlaten.

20 En alzoo hij deze dingen in den zin had, ziet de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! zijt niet bevreesd Maria, uwe vrouw, tot u te nemen; want hetgene in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest.

21 En zij zal eenen zoon baren, en gij zult zijnen naam heeten JEzus; want hij zal zijn volk zalig maken van hunne zonden.

22 En dit alles is geschied, opdat vervuld zoude worden 't gene van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende :

23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en eenen zoon baren, en gij zult zijnen naam heeten Emmanuël, hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.

24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed gelijk de en

[ocr errors]

and Abiud begat Eliakim; and Eliakim begat Azor;

14 And Azor begat Sadoc; and Sadoc begat Achim; and Achim begat Eliud;

15 And Eliud begat Eleazar and Eleazar begat Matthan; and Matthan begat Jacob;

16 And Jacob begat Joseph the husband of Mary, of whom was born Jesus, who is called Christ.

17 So all the generations from Abraham to David are fourteen generations; and from David until the carrying away into Babylon are fourteen generations; and from the carrying away into Babylon unto Christ are fourteen generations.

18 Now the birth of Jesus Christ was on this wise: When as his mother Mary was espoused to Joseph, before they came together, she was found with child of the Holy Ghost.

19 Then Joseph her husband, being a just man, and not willing to make her a public example, was minded to put her away privily.

20 But while he thought on these things, behold, the angel of the Lord appeared unto him in a dream, saying, Joseph, thou son of David, fear not to take unto thee Mary thy wife for that which is conceived in her is of the Holy Ghost.

21 And she shall bring forth a son, and thou shalt call his name JESUS: for he shall save his people from their sins.

22 Now all this was done, that it might be fulfilled which was spoken of the Lord by the prophet, saying.

23 Behold, a virgin shall be with child, and shall bring forth a son, and they shall call his name Emmanuel, which being interpreted is, God with us.

24 Then Joseph, being raised from sleep, did as the angel of the

gel des Heeren hem bevolen had, | Lord had bidden him, and took en heeft zijne vrouw tot zich ge- unto him his wife:

nomen,

25 En bekende haar niet, tot dat zij dezen haren eerstgeboren zoon gebaard had; en heette zijnen naam JEZUS.

HOOFDSTUK II.

NOEN nu Jezus geboren was te

25 And knew her not till she had brought forth her first-born son: and he called his name JESUS.

OW

CHAPTER II.

TOEN
Bethlehem, in Judea, in de da. Now when Jesus was born in

gen des konings Herodes, ziet eenige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen,

2 Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien zijne sterre in 't Oosten, en zijn gekomen, om hem te aanbidden.

3 De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem met hem.

4 En bijeenvergaderd hebbende alle de overpriesters en schriftgeleerden des volks, vraagde hij van hen, waar de Christus zoude geboren worden.

5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea; want alzoo is geschreven door den profeet:

6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda ; want uit u zal de Leidsman voortkomen, die mijn volk Israël weiden zal.

7 Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstig van hen den tijd, wanneer de sterre verschenen was;

8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide hij: Reist henen, en onderzoekt naarstig naar dat kindeken, en als gij het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en hetzelve aanbidde.

9 En zij, den koning gehoord hebbende, zijn henengereisd; en ziet, de sterre, die zij in 't Oosten gezien hadden, ging hun voor, tot dat zij kwam en stond boven de plaatse, waar het kindeken was.

Bethlehem of Judea in the days of Herod the king, behold, there came wise men from the east to Jerusalem,

2 Saying, Where is he that is born King of the Jews? for we have seen his star in the east, and are come to worship him.

3 When Herod the king had heard these things, he was troubled, and all Jerusalem with him. 4 And when he had gathered all the chief priests and scribes of the people together, he demanded of them where Christ should be born.

5 And they said unto him, In Bethlehem of Judea: for thus it is written by the prophet,

6 And thou Bethlehem, in the land of Juda, art not the least among the princes of Juda: for out of thee shall come a Governor, that shall rule my people Israel.

7 Then Herod, when he had privily called the wise men, inquired of them diligently what time the star appeared.

8 And he sent them to Bethlehem, and said, Go, and search diligently for the young child; and when ye have found him, bring me word again, that I may come and worship him also.

9 When they had heard the king, they departed; and lo, the star, which they saw in the east, went before them, till it came and stood over where the young child

was.

10 Als zij nu de sterre zagen, verheugden zij zich met zeer groote vreugde.

10 When they saw the star, they rejoiced with exceeding great joy.

11 En in het huis gekomen 11 ¶ And when they were come zijnde, vonden zij het kindeken into the house, they saw the young met Maria, zijne moeder; en ne- child with Mary his mother, and dervallende hebben zij hetzelve fell down, and worshipped him: aangebeden; en hunne schatten and when they had opened their opengedaan hebbende, bragten zij treasures, they presented unto him hem geschenken: goud, en wie-gifts; gold, and frankincense, and rook, en mirre. myrrh.

12 En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeeren tot Herodes, vertrokken zij door eenen anderen weg weder naar hun land.

13 Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het kindeken en zijne moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar tot dat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het kindeken zoeken, om hetzelve te dooden.

14 Hij dan opgestaan zijnde, nam het kindeken en zijne moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar Egypte;

15 En was aldaar tot den dood van Herodes; opdat vervuld zoude worden 't gene van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb ik mijnen Zoon geroepen.

16 Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en eenigen afgezonden hebbende, heeft hij omgebragt alle de kinderen, die binnen Bethlehem, en in alle deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstig onderzocht had.

17 Toen is vervuld geworden 't gene gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende:

18 Eene stemme is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende hare

12 And being warned of God in a dream that they should not return to Herod, they departed into their own country another way.

13 And when they were departed, behold, the angel of the Lord appeareth to Joseph in a dream, saying, Arise, and take the young child and his mother, and flee into Egypt, and be thou there until I bring thee word: for Herod will seek the young child to destroy him.

14 When he arose, he took the young child and his mother by night, and departed into Egypt:

15 And was there until the death of Herod: that it might be fulfilled which was spoken of the Lord by the prophet, saying, Out of Egypt have I called my Son.

16 ¶ Then Herod, when he saw that he was mocked of the wise men, was exceeding wroth, and sent forth, and slew all the children that were in Bethlehem, and in all the coasts thereof, from two years old and under, according to the time which he had diligently inquired of the wise men.

17 Then was fulfilled that which was spoken by Jeremy the prophet, saying,

18 In Rama was there a voice heard, lamentation, and weeping, and great mourning, Rachel weep

« הקודםהמשך »